Koala

Het mannetje weegt zo'n 12 kilo, het vrouwtje 8 kilo. Ze worden ongeveer 65 tot 75 cm lang.  In het noorden van Australië wegen koala's bijna de helft minder. Zuidelijke koala's hebben een dikkere vacht dan die in het warmere noorden. De kleuren van de vachten variëren sterk per individu en worden lichter naarmate koala's ouder worden, maar de meeste zijn grijs met wit op de kin, borst, voorpoten en romp. Koala's hebben een korte staart, die geen functie lijkt te hebben. De poten van koala's zijn daarentegen heel functioneel. Ze hebben vijf vingers per poot. Twee van de vingers zijn opponeerbaar, vergelijkbaar met een duim. Daardoor kunnen koala's heel gericht dingen vastpakken, zoals hun voedsel. De vingerafdrukken komen sterk overeen met die van mensenhanden.

Koala's eten bijna uitsluitend bladeren van de eucalyptusboom. De bladeren zijn vezelrijk en bevatten gif dat voor de meeste andere dieren gevaarlijk is. Omdat koala's een langzaam metabolisme hebben, slapen koala's zo'n 20 uur per etmaal, vaak in een boom. Volgens andere bronnen is dit zelfs 18-22 uur, waarmee de koala de grootste slaper van het dierenrijk is. De rest van hun tijd besteden ze vooral aan eten en het zoeken naar eten en potentiële partners. Ze verplaatsen zich bij voorkeur in de uren na zonsondergang en kunnen ook zwemmen. Koala's zijn solitaire territoriumdieren en "blaffen" weleens agressief naar soortgenoten. Koala's "knuffelen" ook met bomen om hun lichaam koel te houden.

Koala's zijn polygaam en paren doorgaans in de zomer, tussen oktober en februari. De copulatie duurt maar kort en gaat gepaard met krabben en bijten. Het laatste spermavocht verhardt waardoor de man er indirect voor zorgt dat de vrouw de eerste dagen niet met een andere man kan paren. Het verharde sperma vormt een "stop". Na een paar dagen verliest het vrouwtje de "stop" vanzelf. Zo heeft men in dierentuinen een extra bevestiging van een paring. Het koalajong (de joey) wordt na vijf weken geboren, maar is dan nog kaal, blind en slechts zo'n 2 cm lang. De vijf à zeven maanden daarop brengt het door in de buidel van de moeder, waar het melk drinkt uit een van de twee tepels. In de maanden daarna eet het jong onder andere een speciaal aangemaakte darmbrij van de moeder, waar bacteriën in zitten die de vertering van eucalyptusbladeren verbeteren. Het jong is ongeveer na elf maanden onafhankelijk van zijn moeder.

Van de buidel wordt soms beweerd dat die naar achteren gericht is, zoals bij zijn naaste verwant de wombat. In feite is die niet naar boven, noch naar onderen gericht, maar gewoon naar buiten. Als het jong ouder wordt en uit de buidel gaat hangen, duwt hij de buidel wel in achterwaartse richting. Een sluitspier voorkomt dat de joey uit de buidel valt.

Aan het begin van de 20e eeuw was de koala door de jacht bijna uitgeroeid, maar sindsdien zijn natuurbeschermers erin geslaagd hun aantallen weer te doen toenemen. Dit succes heeft zeker te maken met het "schattige" voorkomen van de koala, dat hem een voorsprong geeft ten opzichte van andere, minstens zo sterk bedreigde Australische vogel- en zoogdiersoorten.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.