Eekhoorn

De eekhoorn is 20 tot 28 centimeter lang en 250 tot 350 gram zwaar. De borstelige pluimstaart is 15 tot 20 centimeter lang. Het is een omnivoor, die tot de knaagdieren behoort. De eekhoorn is een dagdier, dat zich meestal vlak na zonsopgang al laat zien. Hij is voornamelijk na zonsopgang en vlak voor zonsondergang actief. 's Winters laat hij zich alleen 's ochtends zien. De eekhoorn houdt geen winterslaap, maar wel een winterrust: bij gure dagen houdt hij zich in zijn nest verborgen en op betere dagen bezoekt hij 's ochtends zijn wintervoorraad die hij op diverse plaatsen aanmaakt.

 

Anders dan de naam doet vermoeden, kan de vachtkleur variëren van zwart tot gelig, met allerlei tinten rood en bruin daartussen. Melanisme komt voor, maar de mate waarin individuen melanistisch zijn verschilt per regio. Gewoonlijk zijn de dieren roodbruin met een witte buikzijde, 's winters meer grijzig donkerbruin. De kleur wordt ook grijsachtiger naarmate de eekhoorn ouder wordt. De oorpluimen vallen vooral in de winter op. Een eekhoorn kan de haren op de pluimstaart opzetten. Eekhoorns worden 3 tot 7 jaar in het wild, en tot tien jaar in gevangenschap.

De eekhoorn voedt zich voornamelijk met boomzaden zoals eikels, noten en kegels van naaldbomen. Ook eten ze knoppen, bladeren, bessen paddestoelen, rupsen, vogeleieren en zelfs jonge vogels. Ze maken veel verschillende geluidjes. Het geluid van 'opwinding' klinkt weer anders dan 'gevaar' of de begroeting van een soortgenoot. Jonge eekhoorns maken piepgeluiden. Maar de volwassen dieren grommen, jammeren en kunnen zelfs kakelen. De eekhoorn, rode eekhoorn of gewone eekhoorn (Sciurus vulgaris) is een knaagdier uit de familie van de eekhoorns (Sciuridae). De wetenschappelijke naam van de soort werd in 1758 gepubliceerd door Carl Linnaeus. Het is in Europa de meest voorkomende eekhoornsoort.

 

Met zijn lange, gekromde klauwen kan hij makkelijk in bomen klimmen en van tak naar tak springen. Tijdens een sprong spreidt hij zijn ledematen, waarbij de losse huid op de flanken het dier helpt in de lucht te blijven. De pluimstaart dient als roer, waarmee hij zijn sprong kan sturen. Ook kan hij goed zwemmen. De lange staart, de elegante wijze van voortbewegen en de pluimpjes op de oren geven hem een hoge aaibaarheidsfactor.

De eekhoorn voedt zich met name met plantaardig materiaal als noten en zaden van sparren en pijnbomen. Verder eet hij knoppen, paddenstoelen, stukken boomschors, en soms dierlijk materiaal, als insecten, eieren en zelfs jonge vogels. Ook eet hij aarde om mineralen binnen te krijgen. De eekhoorn eet dagelijks vijf procent van zijn lichaamsgewicht aan voedsel. Net als veel andere knaagdieren leggen eekhoorns wintervoorraden aan.

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.

Maak jouw eigen website met JouwWeb