hagedis

Hagedissen (Lacertilia) vormen een onderorde van de schubreptielen (Squamata), die meer dan 7100 soorten telt. Hagedissen zijn daardoor de grootste groep van alle moderne reptielen. Ze zijn ontstaan in het Trias, maar goede fossielen zijn pas bekend uit het Jura. De slangen ontstonden in het Krijt uit een groep van de hagedissen. Hoewel slangen dus evolutionair gezien tot de hagedissen behoren, worden ze hier verder niet behandeld vanwege de afwijkende fysiologie en levenswijze.

Hagedissen blijven meestal klein, de meeste soorten worden inclusief staart niet groter dan 50 centimeter en slechts weinig soorten bereiken een lengte van meer dan één meter. De meeste hagedissen zijn groen tot bruin van kleur en hebben een afgeplat lichaam met een duidelijk te onderscheiden kop en staart en vier goed ontwikkelde poten. Een aantal groepen heeft echter een cilindrisch lichaam en gedegenereerde poten, enkele soorten hebben alleen voorpoten en een aantal groepen is geheel pootloos, dergelijke hagedissen kunnen gemakkelijk met slangen worden verward.

De kleuren en diverse aanpassingen van het lichaam kunnen heel verschillend zijn. Een aantal hagedissen heeft lichaamsuitsteeksels zoals stekels, kammen, hoorntjes, kragen of zweefvleugels. De kameleons hebben een sterk zijdelings afgeplat lichaam met verschillende zeer kenmerkende aanpassingen.

Hagedissen zijn koudbloedig en nemen graag een zonnebad om zich op te warmen, zodat ze sneller kunnen bewegen en efficiënter jagen en vluchten. Hagedissen eten overwegend insecten en andere geleedpotigen, grotere soorten eten soms gewervelden of schakelen over op planten. Ze eten plaagdieren zoals huiskrekels, sprinkhanen en kakkerlakken.

Hagedissen komen vrijwel wereldwijd voor, alleen in het noorden van Noord-Amerika en het uiterste noorden van Azië komen geen soorten voor. Hagedissen leven vooral in vochtige tropische en subtropische gebieden, maar er zijn ook soorten die leven in meer gematigde gebieden of zich hebben gespecialiseerd in droge, schrale omgevingen zoals bergstreken, steppen en zelfs woestijnen. In tegenstelling tot de krokodilachtigen, de schildpadden en de slangen is er geen enkele hagedis die permanent in zee leeft.

Het verspreidingsgebied hangt samen met de familie, agamen bijvoorbeeld komen in alle werelddelen voor, maar anolissen leven alleen in Zuid- en Midden-Amerika en dove varanen, slechts vertegenwoordigd door één soort, zijn uitsluitend te vinden op het eiland Borneo.

Hagedissen komen voor in zeer uiteenlopende habitats, zowel qua hoogte en vegetatietype als de bijbehorende (lucht)vochtigheid en temperatuur. Sommige hagedissen leiden een gravend bestaan onder de grond en andere leven op de bodem tussen rotsblokken of klimmen in bomen en struiken. Deze verschillende levenswijzen kunnen weer verder worden onderverdeeld; een voorbeeld zijn hagedissen die in bomen leven. Veel van deze soorten hebben een meer specifiek deel van de boom als habitat dat de microhabitat wordt genoemd. Zo zijn er soorten die meer in de lagere takken leven, soorten die liever tegen de stam van de boom kruipen en soorten die juist hoger in de kruin te vinden zijn. 

Er worden tegenwoordig 38 verschillende families erkend. De levenswijze van hagedissen is zeer variabel en hangt veelal samen met de familie waartoe een soort behoort. Gekko's bijvoorbeeld zijn meestal 's nachts actief en leven in bomen, terwijl de echte hagedissen overdag actief zijn en op de bodem leven. Beide groepen kennen echter ook weer uitzonderingen, zoals dagactieve gekko's en klimmende echte hagedissen.

Enkele bekendere families van hagedissen zijn leguanen, varanen, anolissen, hazelwormen en skinken. Veel families van hagedissen zijn vrij onbekend en hebben nog geen Nederlandstalige naam.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.

Maak jouw eigen website met JouwWeb